In ons land komen een aantal besmettelijke en levensbedreigende hondenziekten voor.

Tegen een aantal van deze ziekten kan uw hond gevaccineerd worden. Door te vaccineren zullen er in het lichaam van uw hond antistoffen gevormd worden tegen deze ziekte. Zo is uw hond beschermd als hij met deze ziekte in contact zou komen.

Normaal gesproken worden alle pups tijdens een bezoekje aan de dierenarts ingeënt en ook daarna, tijdens hun volwassen leven, worden de vaccinaties regelmatig herhaald. Door deze vaccinatieprogramma’s is een aantal van deze ziekten in ons land al sterk teruggedrongen.

Tegen welke ziekten?
Uw hond kan gevaccineerd worden tegen een aantal besmettelijke en soms levensbedreigende ziekten. Op deze pagina vind je de verschillende ziektes waar we onze honden tegen vaccineren in Nederland. En op deze pagina vind je die informatie over katten.

Hoe werkt een vaccin?
Vaccineren of inenten is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te laten ontstaan tegen ziekten. Door je hond in te spuiten met een deeltje van, of een onschadelijk gemaakte ziekteverwekker (virus of een bacterie) of een zeer kleine hoeveelheid van de ziekteverwekker, stimuleer je het lichaam om antistoffen te produceren tegen die bepaalde ziekteverwekker.

Deze antistoffen blijven een periode actief in het lichaam (meestal 1-3 jaar, afhankelijk van de ziekte). Als de hond tijdens deze periode in contact komt met de ziekte, dan is zijn afweersysteem reeds in volle paraatheid om te reageren en kan de ziekteverwekker uitgeschakeld of onderdrukt worden waardoor je hond niet ziek wordt.

De Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde schreef een artikel over “De 12 meest gestelde vragen over vaccineren”. Alle vragen én antwoorden zijn te lezen op deze pagina.