Narcose, is dat echt zo gevaarlijk?

Narcose, is dat echt zo gevaarlijk?

met Geen reacties

Wanneer je je dier bij ons komt brengen voor een operatie of gebitsbehandeling, gaat hij/zij altijd onder narcose. Iets waar veel eigenaren tegenop kijken. En dat kunnen wij ons heel erg goed voorstellen. Het is ook niet eenvoudig om je dier ergens achter te laten en er maar op te vertrouwen dat het goed komt. Maar is narcose echt zo spannend als veel eigenaren denken? Of valt het eigenlijk wel een beetje mee? 

Ontwikkeling
In de afgelopen 20 jaar is er enorm veel veranderd in de diergeneeskunde als we het hebben over narcose. De ontwikkeling heeft op dat vlak zeker niet stilgestaan en de gevaren van narcose zijn door onderzoeken en investeringen behoorlijk gedaald. 

Het risico dat een dier loopt dat onder narcose gaat, wordt beschreven via de ASA-classificatie. Deze classificatie is ontwikkeld door specialist-anesthesiologen en is gebaseerd op een systeem dat het risico van narcose voor mensen beschrijft. Deze classificatie gaat van 1 (gezond dier) tot 5 (stervend dier). Dit geeft dus een grote variatie weer. In de literatuur wordt het risico op sterfte tijdens narcose beschreven in percentages. Voor gezonde dieren wordt een risico van 0,05 – 0,11% beschreven*. Dieren die in een hogere categorie vallen, hebben uiteraard ook een hoger risico op sterfte tijdens de narcose**. 

Vroeger en nu
Begin van deze eeuw werd in veel klinieken gebruik gemaakt van middelen die niet goed te reguleren waren. Door middel van een injectie werden de middelen gegeven en dan was het afwachten hoe snel een dier zou gaan slapen. En hoewel we wisten hoe lang een dier dan ongeveer met die middelen zou slapen, was het altijd afwachten of dat ook echt zo zou zijn. Werd het dier eerder wakker, moest je narcosemiddelen bijspuiten en wachten tot je verder kon met opereren.

Tegenwoordig maken we gebruik van een combinatie van verschillende narcosemiddelen. Door verschillende middelen met elkaar te combineren, kunnen we van elk middel apart een zo laag mogelijke dosering gebruiken. Doordat we deze middelen in lage dosering toedienen, zijn er veel minder tot geen bijwerkingen. Deze manier van werken, noemen we ‘balanced anesthesia’. Ook maken we gebruik van een directe ingang in het bloed waardoor je meer kunt inspelen op het individuele dier. Daarnaast is de monitoring van patiënten onder narcose steeds beter geworden. We meten de gassen die in- en uitgeademd worden, de hart- en ademhalingsfrequentie, de temperatuur en de zuurstofsaturatie van het bloed. Daarnaast hebben we van elk dier een ECG en kunnen we de bloeddruk bepalen. Het blijft echter belangrijk om je zintuigen te gebruiken, zoals ze dat vroeger al deden. We kijken of het dier nog voldoende onder narcose is, luisteren naar het hart, voelen of er een ooglidreflex aanwezig is en ruiken of er geen anesthesiegassen in de omgeving vrijkomen!

In bijna alle klinieken wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van gasnarcose. Het huisdier krijgt een buisje in zijn/haar luchtpijp (ook wel ‘intuberen’ genoemd) en dat wordt aangesloten op de apparatuur. Het gas (Isofluraan) zorgt ervoor dat je dier blijft slapen. Maar zodra dat gas uit het lichaam van je huisdier is, zal je dier vrij snel wakker worden.

Wakker worden
Natuurlijk houdt het niet op na de operatie. De recovery én nazorg in de kliniek kan doorslaggevend zijn voor een succesvolle narcose. Bij ons in de kliniek worden dieren wakker gemaakt met de juiste middelen en mogen ze wakker worden in een zuurstof-kennel. Narcosemiddelen hebben onder andere invloed op de ademhaling. Door extra toediening van zuurstof, ondersteunen we het lichaam tijdens de recovery. Door het dier lekker warm en comfortabel te houden, kan alle energie gestoken worden in het herstel van de operatie. Hier besteden wij daarom veel aandacht aan. Daarnaast blijft een dier altijd zo lang mogelijk aan het infuus. Zo helpen we het lichaam om de narcosemiddelen zo snel mogelijk uit te scheiden. Natuurlijk zijn onze paraveterinairen nooit ver en worden dieren regelmatig gecontroleerd. Je huisdier mag pas naar huis wanneer hij/zij wakker genoeg is.

*) https://midogguide.com/nl/diseases/how-many-dogs-die-from-anesthesia.html

**) Duke-Novakovski, T., de Vries, M., & Seymour, C. (2016). BSAVA Manual of Canine and Feline: Anaesthesia and Analgesia (3de editie).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *