Strengere regels fokken kortsnuitige honden

Strengere regels fokken kortsnuitige honden

met Geen reacties

Vanaf nu mag er niet meer gefokt worden met honden die een te korte snuit hebben, ook niet als ze gekruist worden met een hond met voldoende lange snuit. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) legt de criteria voor het fokken met kortsnuitige honden vast in een nieuwe beleidsregel die ervoor moet zorgen dat honden verantwoorder worden gefokt. Dit om te voorkomen dat er nog honden worden gefokt met kenmerken die onnodig lijden veroorzaken. De regel gaat per direct in.

Fokken? Alleen met ouderdieren die aan de criteria voldoen!
Honden met een extreem korte snuit zoals mopshonden en Franse bulldogs hebben meer kans op ademhalingsproblemen en andere gezondheidsproblemen vanwege een te korte snuit. Daarom mag er sinds 2019 alleen met kortsnuitige honden gefokt worden wanneer ze voldoen aan 6 criteria die zijn opgesteld door deskundigen. De ouderdieren moeten onder meer een normaal ademgeluid vertonen in rust en een goede verhouding tussen de schedel en neus hebben. Deze regels zijn nu vastgelegd in een beleidsregel.

Uitzondering eindigt per direct
Tot nu toe bestond er een tijdelijke uitzondering waarbij gefokt mocht worden met honden die eigenlijk een te korte neus hadden, op voorwaarde dat die gekruist werden met een hond die een voldoende lange snuit had. Zo kregen fokkers de gelegenheid om toe te fokken naar honden met een langere snuit. Deze beleidsregel maakt nu een einde aan die uitzondering. Er mag niet meer gefokt worden met honden waarbij de verhouding tussen snuitlengte en schedellengte kleiner is dan 0,3 (de craniofaciale ratio), ook niet als ze gekruist zouden worden met bijvoorbeeld een ander ras met langere snuit.

Lees verder op de site van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *